Hoogbegaafdheid: Een kruistocht in Spijkerbroek?

Gedachtegangen, Blogs en Schrijfsels

Hoogbegaafdheid: Kruistocht in Spijkerbroek?

Al jaren geleden kwam bij mij een verband bovendrijven waarbij ik hoogbegaafdheid vergeleek met het beeld dat ik had bij het boek Kruistocht in Spijkerbroek. Een boek van Thea Beckman dat ik, in mijn jeugd, minimaal 10 keer gelezen heb. Toen wist ik uiteraard nog niet welke betekenis ik er nu aan kon geven en ik heb er natuurlijk ook geen idee van of mijn uitleg de goedkeuring van Thea Beckman kan wegdragen, maar het verhaal boeide mij duidelijk toen al in extreme mate. En niet voor niets….

Dolf, een 16-jarige tiener uit de 20e eeuw, gaat terug in de tijd en komt terecht in een kinderkruistocht met honderden kinderen die op weg zijn van Keulen naar Jeruzalem, waar hen door een paar volwassenen een paradijs beloofd is. De kruistocht wordt geleid door een paar schurken vermomd als monniken en er staat een koningskind aan het hoofd dat geen idee heeft waar het zich voor leent. De kruistocht verloopt ongeorganiseerd en er overlijden veel kinderen door allerlei oorzaken, iets wat Dolf enorm aan het hart gaat. Hij neemt de leiding, ontmaskert de samenzwering en keert daarna naar huis terug.

Dolf is in die kinderkruistocht natuurlijk helemaal niet op zijn plaats, met zijn spijkerbroek, zijn quartzhorloge en zijn wijsheid uit de 20e eeuw.

Wat nu als datgene wat Dolf is overkomen te vergelijken is met wat hoogbegaafden overkomt? Ik heb mijn hele leven al het gevoel dat ik veel meer weet en kan dan ik nu in dit leven kwijt kan. Ik voel mij verschrikkelijk beperkt in mijn lijf omdat ik een onbestemd gevoel van grootse vrijheid dat ik lijk te kennen soms nauwelijks kan onderdrukken. Er is tot nu toe geen volledige uitleg voor het feit dat wij zo ‘anders’ zijn en anders voelen, dan de niet-hoogbegaafden. We doen het met kruimels, aannames en veronderstellingen. Wat nu als ik als Ziel terug in de tijd ben gegaan? Van een hoger ontwikkelingsniveau teruggekomen ben om hier iets te doen, ergens mee te helpen, iets te leren of vorm te geven?

Dan loop ik dus net als Dolf, in mijn spijkerbroek, door een land vol mensen gekleed in klederdracht van eeuwen terug. Ergens, ver weg in mijn achterhoofd, weet ik dat er een plaats is waar het allemaal al veel beter geregeld is, waar geen oorlog is en waar Zielen in een prettige sfeer met elkaar omgaan. Maar ik verkeer in omstandigheden waarin het een chaos is. Er sterven mensen om mij heen aan ondervoeding, slechte gezondheidszorg, oorlog en andere ellende. Er lijkt een samenzwering aan de gang van een kleine groep mensen die de macht heeft en veel geld verdient, en de rest volgt, laat zich van alles aanpraten en wordt nauwelijks gestimuleerd zelf na te denken. Ik voel mij onder die omstandigheden, net als Dolf in de wereld waar hij terechtkomt, een vreemde eend in de bijt. Ik word met vreemde ogen aangekeken, niet begrepen, en moet eerst door schade en schande leren waar ik beland ben en hoe de zaken er voor staan.

Mijn kennis en ervaring vanuit mijn ‘andere wereld’ sijpelt soms onverwachts binnen, het verwart me en het maakt me machteloos om te zien hoe anderen niet begrijpen dat het echt anders moet. Dat het niet de bedoeling is dat we ‘collateral damage’ accepteren als een gegeven, zoals ook de monniken de onderweg stervende kinderen incalculeren in hun plannen en zonder om te kijken dood laten liggen aan de kant van de weg.

Net als Dolf gaan wij als hoogbegaafden, aan de gang. We proberen onze kennis, ervaringen en ideeën, voor zover wij daar in deze beperkte staat toegang toe hebben, te delen. We proberen ons uit alle macht de wijsheid te herinneren waar we mee gekomen zijn, die blijken we immers als kleine kinderen al te laten zien en is dus niet aangeleerd, en hanteren de normen en waarden die we in ons systeem meegenomen hebben over lief zijn voor elkaar, je naaste helpen, elkaar niet pesten en treiteren, proberen elkaar te begrijpen in plaats van te oordelen.

Maar in een wereld waar een spel gespeeld wordt, een samenzwering aan de gang is, en geweld en oordelen je met de paplepel worden ingegoten, is dat nog niet zo makkelijk. Daarin worden wijze mensen, zoals Dolf, niet op prijs gesteld. Niet door de schurken en niet door de mensen die-geen-idee-hebben-dat-er-nog-heel-veel-meer-is-dan-het-wereldje-waar-ze-in-leven. Zij hebben geen idee dat je als hoogbegaafde uit de toekomst teruggekomen bent om hier iets zinnigs, iets heel nuttigs te doen. Sterker nog, veel hoogbegaafden weten het zelf niet meer en laten zich meeslepen in het tijdsbeeld waarin ze terecht gekomen zijn. Ze verwisselen hun spijkerbroek voor een pofbroek en klompen of een jurk met een mooi kapje en worstelen de rest van hun leven met onrust in hun lijf omdat ze wel degelijk voelen dat er iets helemaal niet klopt.

Pas wanneer het de hoogbegaafde lukt om iets teweeg te brengen dat ten goede komt aan velen, zoals Dolf de kinderen te eten geeft en ze zichzelf leert beschermen tegen alle gevaren, wordt de hoogbegaafde ‘gezien’ en geaccepteerd. Ondertussen zijn er in de kruistocht nog veel meer slimme kinderen wakker geworden, die zien wat Dolf doet en hun eigen bijdrage gaan leveren. Die bijdrage is veel minder ‘aanwezig’ dan die van Dolf maar minstens zo belangrijk. Dolf verzamelt een deel van de wakkere kinderen en laat hen voorop lopen, soms zelfs vooruit, om de best begaanbare, veiligste weg te zoeken. Te zoeken naar eten en goede slaapplaatsen. Een ander deel van de wakkere kinderen blijft zich bewegen in de lange sliert van de stoet om daar te helpen, te ondersteunen en hun liefde uit te delen aan wie dat nodig heeft.

Langzaam komt er meer orde in de lange stoet kinderen, wordt het voedsel eerlijk verdeelt, zorgen de sterken voor de zwakkeren en nemen de onderlinge vechtpartijen af. Werkend met de middelen die er zijn worden er slimme oplossingen gevonden voor zaken die eerst nog een groot probleem waren. Er wordt een ziekte, door goed doordacht beleid en hulp van de natuur, bedwongen. Er komt rust.

Aangekomen op de plaats waar de kinderen beloofd was dat de zee zou wijken om over te steken naar Jeruzalem, bleken er boten klaar te liggen om hen als slaven te verkopen. Nu in de praktijk van de huidige wereld steeds meer naar buiten komt hoe we bedrogen worden, steeds duidelijker blijkt hoe de mensheid ‘verkocht’ werd aan de hoogste bieders, hoeven we niet meer aan boord te gaan. Kunnen we onze eigen kracht terugvinden en het anders gaan doen.

Zou dit in de huidige praktijk ook zo kunnen werken? Dat wanneer de gaven die hoogbegaafden met zich meegebracht hebben ‘gezien’, gewaardeerd en op waarde geschat worden, allereerst door henzelf, er orde in de chaos zou kunnen komen? Wanneer zij niet langer als bedreiging ervaren worden, de gelegenheid krijgen hun eigen gaven te ontdekken, niet meer in de war hoeven raken omdat ze geholpen mogen en kunnen worden door andere spijkerbroeken, dat ze dan een hele mooie waardevolle bijdrage aan deze wereld zouden kunnen leveren?

Zouden zij, door hun kennis en ervaring het voor elkaar kunnen krijgen om de samenzwering te doorbreken, de schurken te ontmaskeren en daarna de lange, lange stoet een goed thuis te bieden?

Wat als de eigenschappen, de waarden, de normen, de vredelievendheid van de hoogbegaafde omarmd zouden worden? Ze zijn niet voor niets teruggekomen uit de toekomst, net als Dolf niet zomaar uit de lucht kwam vallen. Hij koos er voor in de tijdmachine te stappen, heeft zichzelf welbewust terug laten gaan in de tijd. Wat nou als wij hoogbegaafden handlangers van Dolf zijn en hier iets heel erg nuttigs komen doen?

Wat nou als het verhaal Kruistocht in Spijkerbroek een prachtige metafoor is voor iets heel anders?

Esther-Marieke, ©2019