Een vreemde eend

Gedachtegangen, Blogs en Schrijfsels

Een vreemde eend

Een poos geleden kreeg ik een mail van iemand die het belangrijk vond om mij te vertellen dat ik ‘een vreemde eend’ ben. Een aparte. Iemand die beschermt en verdedigd moet worden. En voor het eerst in 30 jaar kon ik er om lachen.

Ik mailde dan ook terug dat ik het prima vond een vreemde eend te zijn, dat ik er daar een heleboel van kende, vooral hoogbegaafden. Wat dat betreft ben ik natuurlijk de afgelopen jaren in zeer goed gezelschap. Ik vertelde haar dat ik geen bescherming hoefde, ik had mezelf de afgelopen jaren zonder haar bescherming heel goed gered en ben heel ver gekomen. Natuurlijk waren er bergen en dalen, teleurstellende en hele goede vriendschappen die al eeuwen duren.

Ik heb mij in mijn jeugd dikwijls afgevraagd of ik een bordje op mijn rug had hangen waarop zoiets stond als ‘boor mij maar de grond in’. Ik snapte er niets van waarom mensen het altijd nodig vonden om mij precies te vertellen wat er aan mij mankeerde.

Nu ik de 40 jaar nader, begin ik het te begrijpen. Mijn eigen aandeel in het verhaal is dat ik mensen ook altijd weer de ruimte geef om het te doen. Ik hoorde het aan, trok het me heel erg aan en begon vervolgens mijzelf te bestuderen. Dan volgden de aanpassingen waarvan ik dacht dat ik ze moest doen. Of ik zag niet wat ik moest doen en snapte niet wat men bedoelde. Maar van mijn eigenwaarde en zelfkennis bleef weinig over. Ik snapte niet waarom kinderen en mensen dat deden, ik deed dat toch ook niet bij hen?

Inmiddels weet ik na vele jaren zoeken in cursussen, workshops en boeken over persoonlijke ontwikkeling en groei, dat mensen die zich irriteren aan jou, in hun eigen spiegel zitten te kijken. Je ergert je namelijk alleen aan iets, meestal gedrag of uiterlijkheden, bij anderen wanneer je het iets is wat je van jezelf niet mag, of wat je zelf juist ook doet.

Voorbeeld: wanneer je je ergert aan mensen die altijd over zichzelf praten, dan doe je dat meestal omdat je vind (hebt geleerd) dat dat niet hoort. Je hoort niet zo veel over jezelf te praten, dat is niet netjes, arrogant, onfatsoenlijk enz. Je hoort geïnteresseerd te zijn in anderen. Gevolg is wel dat jij dus niet veel over jezelf praat. Het gesprek moet dus wel over de ander gaan, of over andere onderwerpen. Tegelijkertijd wil je graag dat de ander in jou geïnteresseerd is. Dat houdt wel in dat jij over jezelf zou moeten praten. Dat kan niet want jij mag van jezelf niet over jezelf praten, want dat is niet netjes. Dat het gesprek dus nauwelijks over jou gaat, hou je dus zelf in stand. De conclusie kan alleen maar zijn dat de ergernis ‘die praat ook altijd alleen maar over zichzelf’, door jezelf mede veroorzaakt word. De weegschaal is uit balans, het gesprek is niet evenwichtig. Pas wanneer jij aan jezelf durft toe te geven dat je het best wat over jezelf mag vertellen en dat daar geen enkel kwaad in steekt, kan er balans komen.

Deze eend heeft eerst aan de ene kant van de weegschaal gezeten, en luisterde en stemde af. Daarna ben ik doorgeschoten naar de andere kant toen ik in mijn puberteit tot de ontdekking kwam dat er niemand naar mij  luisterde en ging ik vervelende dingen doen als onderbreken en duidelijk aanwezig zijn in het gesprek. Tot ik halverwege mijn twintigste zelf niet goed werd van dat irritante gedrag. Ik probeerde weer voornamelijk te luisteren. Door mijn introverte gedrag daarin, dat voor een deel aangeleerd is door een te grote afstemming op de ander, werd ik echter opnieuw afstandelijk gevonden.

Nu probeer ik de balans te vinden tussen praten en luisteren. Wanneer wil ik praten en waar wil ik wel of niet naar luisteren. Wat wil ik zelf en wat is goed voor mij? Wat trek ik me aan van wat anderen over mij zeggen en wanneer is het iets wat bij hen ligt?

Deze eend zal altijd vreemd blijven, daar zijn heel veel redenen voor te verzinnen. Maar nu kan ik het gelukkig zien wanneer iemand mij verwijten maakt zonder in zijn eigen spiegel te kijken.

 

Esther – Marieke Dekens ©2007.